Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Op het veld [16]maaien zij [17]zijn voeder, en den wijnberg des [18]goddelozen lezen zij af. 16. Te weten, zijn jongens of arbeidslieden. 17. Te weten, des goddelozen; dat is waarmede hij zich voedt. 18. Die hen onbeloont laat. Anders kan vs.6 aldus vertaald worden: Op het veld, te weten dat hun niet toekomt, maaien zij elk zijn voeder, of deszelven, te weten, akkers, voeder; en, of ja den wijnberg des goddelozen lezen zij af, te weten, dien zij voor goddeloos houden, of die zodanig in der waarheid is, maar dien zij niet meer dan de vromen sparen willen. Of hij noemt den wijnberg des goddelozen, denwelken de goddelozen berooft, en zijn naaste ontweldigt. Anders aldus: En de goddeloze leest den wijnberg af; te weten van anderen.